Husky en het dappere kippetje
Ja… ja… ja… hop… hop… hop.
Husky springt op en neer. Zijn pootjes tegelijk in de lucht en roze tong uit zijn bekje. Met grote, blauwe ogen fonkelend in de zon.
Voor hem loopt een wit kippetje heen en weer. Ze trekt zich niks aan van springende puppy.
Plots stopt het kippetje. Ze steekt haar snaveltje naar hem uit.
Husky houdt abrupt op met springen. Blij dat ze hem eindelijk aankijkt. Hij stapt voorzichtig dichterbij. Langzaam beweegt hij zijn snuit naar haar toe... tot hij vlak voor haar staat. Snuit tegen snavel.
“Pok!” Haar snavel tikt op zijn neus.
“Auw!” roept Husky, terwijl hij geschrokken achteruit springt.
Het kippetje ploft op haar donzige achterste en begint te tokkelen van plezier.
“Tók tok tok tok! Daar heb ik je!” schatert ze luid.
Husky kijkt beteuterd en wrijft met zijn pootjes over zijn zere snuit.
“Tok tok tok,” tokkelt het kippetje vrolijk verder. “Heb je nooit gehoord dat kippen kunnen pikken?”
Husky, nu wat bekomen van de schrik, schudt zijn vacht uit en maakt zich zo groot als een huskypuppy kan.
Hij stapt stoer op haar af.
“Grrrrr!” gromt hij, zo hard hij kan. “Heb jij niet gehoord dat husky’s héél hard kunnen rennen?”
“Tok tok tok!” tokkelt het kippetje, nog steeds van het lachen.
Husky kijkt haar boos aan.
“Jaha!” blaft hij. “Ik zou maar héél snel wegrennen als ik jou was. Ik kan wel tien kippen pakken als ik wil!”
Het kippetje draait zich om en steekt haar donzige achterwerk naar hem uit.
“Tok tok tok!” roept ze vrolijk.
Husky springt op – hop hop hop – happend en dartelend om haar heen. Het kippetje valt weer lachend op haar achterste.
“Jij kunt mij niet bijhouden, lief hondje.”
Husky maakt zich nog één keer groot. “O jawel hoor,” zegt hij zo dreigend als hij kan.
Het kippetje komt dichterbij, haar snaveltje vlak voor zijn neus. En... “Pok!” Weer boven op zijn snuit.
Voordat Husky iets kan doen, draait ze zich vliegensvlug om en zet het op een rennen.
Husky, nog in de war, zet zijn pootjes schrap – zoals alleen een husky dat kan – en spurt achter haar aan. Zijn dikke, glanzende vacht wappert in de zon, terwijl hij steeds dichterbij komt.
Bijna! Bijna heeft hij haar te pakken! Hij kon haar veren al ruiken.
“Ik heb je! Ik heb je!” roept hij blij.
Maar net voordat hij haar met zijn tanden kan raken... is ze weg! Alsof ze is weggetoverd.
Husky komt tot stilstand in een wolk van stof. Hij ziet even helemaal niets.
Waar is ze nou gebleven? Hij had haar toch bijna! Hoe kan ze zomaar ineens weg zijn?
“Tok tok tok!” klinkt het plotseling boven hem.
En... Plof. Husky voelt hoe het kippetje op zijn rug landt. En luid begint te tokkelen van plezier.
Husky kijkt snel naar achteren en ziet het kippetje zitten. Midden op zijn rug. “Tok tok tok!”, klinkt het weer. Husky begint hard te blaffen en te springen van plezier. Had ze hem toch even te pakken gehad!
Zullen ze dan toch nog vrienden worden?
Wat vond jij van dit verhaal?
Laat het gerust hieronder weten!
Reactie plaatsen
Reacties